Tiki werd tacky en toen weer cult

Gepubliceerd in dagblad De Pers, 22 december 2011




#Aloha Terwijl de winter doorzet, maakt een zomerse trend zijn rentree: tiki. Cocktails, totempalen en rieten rokjes.

In een tijd waarin Amerikanen zich nog nauwelijks buiten de landsgrenzen waagden, toverden ze nachtclubs om tot Polynesische oorden, of hun interpretatie daarvan: tiki. Een fenomeen dat werd geboren in 1934, toen cocktailbar Don the Beachcomber openging in Los Angeles, niet veel later gevolgd door Trader Vic’s in Oakland. De twee bars groeiden uit tot ketens, en samen creëerden ze een nationale hype met het hoogtepunt eind jaren vijftig, begin jaren zestig.

Tiki was een highbrow fenomeen, en vooral Trader Vic’s in Washington werd een beroemde uitgaanslocatie. Maar het succes van Don en Vic bracht een horde aan imitators voort, en het duurde niet lang voordat tiki kitsch werd en uiteindelijk in verval raakte. Het exacte moment dat het einde betekende: toen Donald Trump in 1989 Trader Vic’s in zijn Plaza Hotel in New York sloot omdat het ‘te tacky’ was geworden.

Mai Tai
Maar net als ABBA en Whitney Houston wist ook tiki uit de put te kruipen. In de VS raakte de scene vorig jaar weer vol in bloei toen meerdere nieuwe tikiclubs de deuren openden in New York, waaronder een herboren Trader Vic’s. In San Francisco is er de inmiddels wereldberoemde tikibar Smuggler’s Cove. En trok tikifestival Hukilau in Fort Lauderdale, Florida jarenlang nauwelijks publiek, bij de laatste editie waren er zeshonderd man gehuld in muumuus, fezzes en Hawaï-shirts. Tijdens Hukilau bleek bovendien dat het Mai-Kai Restaurant, de Angkor Wat van de tikicultuur, sinds de opening in 1956 onveranderd was gebleven: een oase van Polynesische maskers, totempalen en watervallen. Ook aan deze kant van de oceaan leeft het fenomeen weer. Zo kent Londen een rijke scene met de Mahiki en Trailer Happiness, en in eigen land hebben we Tiki’s in Rotterdam, Vavoom in Den Haag en Syl’s Place in Purmerend. In Eindhoven wordt een Tiki Bar opgezet door de eigenaren van de Minibar, waar nu al de meest traditionele tikicocktail wordt geschonken: de Mai Tai, een brouwsel met twee soorten rum, cointreau, vers limoensap en amandelsiroop, geserveerd in een Paaseiland-Moai-mok.

Blue Hawaï
Dat tiki meer is dan drank en aankleding, toont de organisatie van de Tiki Night, 14 januari in De Nieuwe Anita in Amsterdam. Naast cocktails, een dresscode (‘Aloha from Amsterdam’) en rieten versieringen, zijn er typische tikifilms en -muziek. Organisator Mikkel van der Meulen van de Amsterdam Beat Club: ‘In de jaren vijftig en zestig gebeurde zoveel moois op cultureel vlak. Tiki is daar een onlosmakelijk onderdeel van.’ Invloeden zitten in films als Voodoo Woman (1957), Blue Hawaii van Elvis Presley (1960) en Ride the Wild Surf (1964).

Typische tikimuziek is rockabilly en surf. ‘Een muzikant die erg in trek is, is Chaino’, zegt Van der Meulen. ‘In de jaren vijftig maakte hij exotische platen met voor Amerikaanse begrippen obscure geluiden en angstaanjagende platenhoezen. Chaino zou in ‘Donker Afrika’ door een kannibalistische stam zijn meegenomen naar de VS, maar in werkelijkheid was hij een Afro-Amerikaanse muzikant uit Chicago.’ Occultisme en fantasie zijn namelijk ook typisch tiki.

Boven alles is tiki escapisme. De romantiek van het exotische is de onweerstaanbare aantrekkingskracht ervan. Al zou een echte Polynesiër zich er dood om lachen.