Carnavallen in de club

Gepubliceerd in dagblad De Pers, 16 februari 2012



#Carnaval Clubgangers in de Randstad vieren nu ook carnaval. Kunnen ze eindelijk even lekker zichzelf zijn.

Doordeweeks zijn ze advocaat, reclameman of marketeer, dit weekend hijsen ze zich in kostuums en zingen ze met harde G schlagers mee. In club Trouw in Amsterdam wordt door De Raad van 11 ‘carnaval op z’n Mokums’ gevierd. Organisator Aron Friedman: ‘Veel Amsterdammers doen er lacherig over. Carnaval in onze stad? Dat bestaat niet.’ Dezelfde kritiek komt van de import-Amsterdammers uit Brabant en Limburg, die denken dat alleen zij carnaval kunnen vieren. Toch raakt elk feest van De Raad van 11 uitverkocht. ‘Carnaval is een vrijbrief om belachelijk te doen. Juist in een stad waar mensen veel bezig zijn met cool doen en zichzelf branden, is dat een uitkomst.’

Rollenspel
De aantrekkingskracht van verkleedfeesten is een eeuwenoud fenomeen. In de Gouden Eeuw werden maskerades als de gevaarlijkste feesten gezien, want wie onherkenbaar was, kon zich ongestraft laten gaan. Begin jaren negentig kreeg de verkleedtrend in club Roxy een kickstart, en sinds een jaar of vijf winnen kostuumpartijen in clubs opnieuw terrein met feesten als Valtifest, Manifesto en Ex-Pornstar.

‘Maar een verkleedfeest met een thema is niet hetzelfde als carnaval’, vindt Friedman. ‘Dan moet je alsnog voldoen aan standaarden. Tijdens carnaval moet helemaal niets. Het is veel vrijer.’ Niet helemaal waar, vindt antropoloog Irene Stengs van het Meertens Instituut, die onderzoek doet naar feesten en rituelen. ‘Het is een stereotype dat álles mag tijdens carnaval. Alleen binnen de regels van het spel mag je losgaan. Verkleden is een manier om deel te nemen aan dat spel. Je kostuum zegt welke rol jij wilt spelen. En dus ben je dan nog steeds bezig jezelf te branden.’

Volgens Stengs is het bovendien geen carnaval wat er in de Amsterdamse clubs gebeurt. ‘Er zijn geen prinsen en er wordt niet non-stop carnavalsmuziek gedraaid. Er worden carnavaleske elementen aan een clubnacht toegevoegd, om de sleur van elk weekend te doorbreken. Daarom worden er ook feesten met thema’s als Valentijnsdag en Halloween georganiseerd.’

Anti-carnaval
Sinds De Raad van 11 vier jaar geleden het eerste carnavalsfeest in Club 11 organiseerde, volgden er meer Amsterdamse clubs, met dit jaar een piek in het aantal feesten. Morgen is het carnaval in Odeon, zaterdag in Hotel Arena, Studio/K en OCCII, zondag in Trouw en volgende week vrijdag volgt het Amerikaanse carnavalsfestijn Mardi Gras in de Sugar Factory.

In Rotterdam vieren ze het Braziliaanse carnaval, maar aan het platvloerse Zuid-Nederlandse werk moeten ze er niet denken. Rotterdam doet niet aan carnavalsverenigingen – wat wel het geval is in veel andere steden boven de rivieren – en geen enkele Rotterdamse nachtclub peinst ook maar over een carnavalsfeest. Wel vierde cultureel centrum Roodkapje op 11-11-11 Kapsalon Karnaval: tegelijk met de start van het carnavalsseizoen brachten zij een ode aan het multiculti snackgerecht. Bezoekers waren verkleed en er was een blaaskapel, maar als we ernaar vragen maakt directeur Eric den Hartigh heel duidelijk dat het géén carnavalsfeest was. ‘Wij haten carnaval. We zijn toch geen brabo’s?’

Hetzelfde geldt voor Den Haag. Ook daar is dit weekend geen clowns-neus te vinden. Amper 50 kilometer verderop, in Utrecht, wordt het wel voorzichtig gevierd in een club. Na een eerste editie in Tivoli vorig jaar, is het morgenavond ‘alternatief carnaval’ in de Ekko: wel verkleed, maar in plaats van carnavalshits ‘jolige deunen uit de alternatieve popmuziek’.

Waarom houden clubbende Amsterdammers er wel van, aarzelen de Utrechtenaren en halen Rotterdammers en Hagenezen hun neuzen op voor carnaval? ‘Bij dergelijke rituelen krijgen bevolkingsgroepen de kans hun identiteit te bepalen. Dat doen ze door te zeggen wie ze níet zijn’, zegt Stengs. Het is dus geen afkeer voor plat vermaak? ‘Nee hoor, Rotterdam heeft een bloeiende après-ski-scene.’