Jagen op de bospik

Gepubliceerd in dagblad De Pers, 13 oktober 2011


FOTO'S: MAXIME CARDOL


#Paddestoelen Hup, voor etenstijd het park in en op zoek naar eetbare exemplaren. ‘De eerste sombere honingzwam!’


’Ik rook ‘m al!’ echoot het door het bos. Edwin Florès wijst naar een witte, fallusvormige paddestoel die fier prijkt tussen de bruine herfstbladeren. ‘Dit is de grote stinkzwam oftewel de phallus impudicus, de schaamteloze piemel. Wij paddestoelenhunters noemen het ook wel de bospik.’ Een genadeloze castrastie volgt en duidelijk tevreden met zijn vondst legt Florès de zwam in een mand. De stank zal ons de rest van de middag achtervolgen.

Een paar meter verderop staat Florès weer stil. ‘Wat zien we hier?’ vraagt hij zijn hunters-in-opleiding. Aandachtig staren we naar de grond. We zien niets. Dat wil zeggen, we zien bladeren, takjes, mos en een drol (typische hunterhumor: ‘de drolzwam’). Maar geen paddestoel. Florès geeft een hint: ‘Rodekoolzwammetjes.’ We bukken, kijken nog eens goed en ineens verschijnt er voor onze ogen een veld vol paarsrode paddestoeltjes. De grond is ermee bezaaid, maar als we niet goed hadden gekeken waren we er zo aan voorbijgelopen. Dat was jammer geweest, want de rodekoolzwam doet het uitermate goed in, bijvoorbeeld, een dessert met rode port.

Gelukstreffer

Er bestaan zo’n vijfduizend soorten eetbare paddestoelen in Nederland, maar tijdens zijn jachten en in zijn pas verschenen Paddenstoelenboek en iPhone-app houdt Florès het bij de makkelijkst te onderscheiden soorten.

'Er zijn er een paar dodelijk, van de rest ga je hooguit braken'

In een notendop: ‘Een paddestoel heeft altijd een hoed. Eronder zitten lamellen of buisjes, en een steel met eventueel een ring eraan. Kijk naar geur en kleur , en bij welke boom hij staat.’ Tijdens de paddestoelenhunt, die Florès één à twee keer per week in het Arnhemse Sonsbeekpark organiseert, leren we dat de boleet een makkelijke soort is. Makkelijk, want bij boleten geldt: alles met buisjes is eetbaar. Wij vinden er best wat, waaronder kastanjeboleten (bij koks erg geliefd) en de gelukstreffer: eekhoorntjesbrood. ‘Een Italiaan zou nu huilen van geluk’, zegt iemand.

Een voorbijganger vraagt of dat wel mag, paddestoelen plukken. ‘In het Sonsbeekpark wel’, zegt Florès. Maar hoewel het geen kwaad kan om, mits zorgvuldig, paddestoelen te plukken, gaat Staatsbosbeheer er niet prat op. ‘Vaak is het verboden. Om een fikse boete te voorkomen is het dan ook wijsheid een natuurgebied op een eventueel plukverbod te checken...’

Midden in zijn verhaal stuift Florès plots een helling af. ‘De eerste sombere honingzwam!’ Een paar honingkleurige paddestoelen met een geschubd hoedje verdwijnen in de mand. Kort daarna denken we dezelfde paddestoel te plukken, maar het blijkt de schubbige bundelzwam, een giftige variant.

‘Ach’, zegt Florès. ‘Er zijn maar een paar paddestoelen écht dodelijk. Van de meeste giftige soorten ga je hooguit flink braken.’

www.casaforesta.nl

Voor dummy’s

- Gebruik een veldgids om foto’s te vergelijken. - Ga eerst met een specialist. - Vier ogen zien meer dan twee. - Neem een mes en mand mee. - Bij twijfel: niet plukken.