‘Ik laat me niet ontmoedigen’

Geschreven voor Plukdenacht.nl, augustus 2008


Zonder enige ervaring maakte regisseur Jan-Willem van Ewijk een film, puur gedreven door moed en wilskracht. Het resultaat is Nu, een ontluisterende roadmovie over vriendschap en vergeving.

Tekst: Loes Evers

‘In Barcelona kwam ik een filmregisseur tegen. Ik dacht: shit, dat lijkt me nou echt de leukste baan ter wereld. Binnen een maand had ik 20 pagina’s van het script geschreven.’ De enige ervaring die Jan-Willem van Ewijk (38) toen met film had, was een bescheiden jeugdliefde voor Star Wars. Hij is opgeleid tot vliegtuigbouwer, werkte als bedrijfsadviseur en hij richtte een investeringsbedrijf in Londen op. Godzijdank zag hij het licht, en liet Van Ewijk zich inspireren tot zijn debuutfilm Nu.

‘Ik was nog niet eens dertig en op papier al miljonair. Hartstikke leuk, maar het zakenleven in Londen is keihard. Te hard. Dus op een dag ben ik in mijn auto gestapt en ik heb een half jaar door Europa gereisd.’ Tijdens die reis transformeerde Van Ewijk van zakenman naar filmmaker. ‘Het eerste idee dat ik had voor de film was het beeld van een hand die op en neer ging in de zon. Van dát gevoel wilde ik een film maken. Ik had zelf zo in de auto gezeten. Met een gevoel van vrijheid, maar tegelijkertijd bezig met onopgeloste zaken thuis. De hand is vrij, maar ook op de vlucht.’

Van Ewijk had een idee, maar totaal geen ervaring met het maken van een film. Hij volgde een vierdaagse cursus cameratechniek voor amateurs en hij kocht een kleine semi-professionele camera. Hij verzamelde een crew waarvan niemand ooit aan een film had gewerkt en hij gaf zichzelf een hoofdrol. ‘Het was een nachtmerrie. De eerste dag wist ik niet eens wat ik moest zeggen. Ik had op tv wel eens iemand ‘action’ horen roepen, maar wist ik veel. Ik moest steeds wisselen van mijn rol als acteur, naar mijn functie als regisseur. De eerste opnamen waren simpelweg onbruikbaar. Maar de tweede draaidag moesten we de slotscène al schieten, omdat het huis alleen toen beschikbaar was. Wat een drama. De acteurs moesten zich al verplaatsen naar het einde van de film. Ik kreeg ruzie met de cameramensen, productieassistentes vochten met elkaar en er was veel jaloezie onderling. Ik heb nachten niet geslapen, dacht dat ik al het geld weer terug kon geven aan de investeerders. Achteraf denk ik dat die conflicten juist nodig zijn, om samen tot het beste resultaat te komen.’

Met één camera schoot Van Ewijk 90 uur materiaal. ‘Dat is bizar veel, zelfs voor een speelfilm. Mijn Hongaarse editor draaide al na een paar dagen door. Hij riep: ‘Ik kan het niet. Dit is vreselijk slecht, het is helemaal geen film!’ Hij stapte op en ik was zelf ook het vertrouwen kwijt. Hij had gelijk, het zag er niet uit. Maar ik had het materiaal, dus ik ging door. Tijdens het filmen had ik zo vaak een goed gevoel. Er móest iets uit te halen zijn.’

Van Ewijk monteerde de film zelf. Een jaar lang had hij eraan gewerkt toen hij hem instuurde voor het Nederlands Film Festival. ‘Ze vonden het niks.’ Hij werkte door, maar het volgende jaar werd hij weer afgewezen. Vervolgens zette Van Ewijk een voice-over onder de film en hij probeerde het voor de derde keer. Eindelijk ontving hij een ‘ja’, met verontschuldigingen voor de eerdere afwijzingen. ‘Het was fantastisch, mijn film draaide tussen grote films als Zwartbroek. Maar hoe heerlijk het ook was, die erkenning was niet noodzakelijk. Ik heb mijn roeping gevonden, dan laat je je niet ontmoedigen door tegenslagen.’

Nu (85 min, 2006)
Jan-Willem van Ewijk